Saturday, August 9, 2008

Urker schedels in de media


Op TV:
http://mediaplayer.rtvutrecht.nl/stream/110f1119.wmv
Salomonsoordeel over schedels Urk. Uitzending van RTV Utrecht op 4 augustus 2008 naar aanleiding van verzoek tot teruggave door Comité Urker Schedels

http://www.eenvandaag.nl/index.php?module=PX_Story&func=view&cid=2&sid=33746&nav=33758,33757,33756,33755,33753,33747,33754,33751,33748,33749,33746,33744,33743,33740,33741,0#
Het Raadsel van de Urker Schedels. Uitzending van Eenvandaag op 5 augustus 2008 nav verzoek om teruggave

http://www.netwerk.tv/archief/5511224/1571
Urkers eisen schedels terug. Uitzending van Netwerk op 20 september 2007 naar aanleiding van debat tussen Comité en Utrechts Universiteitsmuseum in Leiden

Op Radio:
http://www.ochtenden.nl/afleveringen/32971700/
Het Onderzoek: De Urker schedels. Uitzending van De Ochtenden op 17 september 2008 naar aanleiding van debat tussen Comité Urker Schedels in Utrechts Universiteitsmuseum

In de kranten:
http://www.trouw.nl/hetnieuws/nederland/article1054583.ece/Urkers_willen_schedels_terug#readmore
Urkers willen schedels terug. Artikel over achtergronden van verzoek om teruggave Urker schedels, geplaatst op 6 augustus 2008

http://www.ad.nl/utrecht/stad/2510628/Snel_besluit_over_Urker_schedels.html
Snel besluit Urker schedels. Algemeen Dagblad bericht op 7 augustus dat in het najaar van 2008 wordt besloten of schedels wel of niet teruggaan naar Urk

http://www.nu.nl/news/1684849/87/rss/_Conflict_over_teruggave_Urker_schedels_verhardt.html
Conflict over teruggave Urker Schedels verhardt. Onjuist ANP bericht van 2 augustus over verharding van een 'conflict' tussen comité en museum.

http://www.refdag.nl/artikel/1354436/Universiteit+wil+onderzoek+naar+Urker+schedels.html
Universiteit wil onderzoek naar Urker schedels. het Reformatorisch Dagblad meldt op 5 augustus 2008 dat de Universiteit Utrecht wil dat een ethische commissie zich buigt over de vraag of een kleine collectie Urker historische schedels kunnen worden herbegraven op Urk

http://www.destentor.nl/regio/flevoland/3503883/Comite-Urker-Schedels-wil-met-dna-afstamming-bewijzen.ece
Comité Urker schedels wil met dna onderzoek afstamming bewijzen. De Stentor van 2 augustus 2008 bericht dat het comité voorstander is van dna onderzoek

http://www.ochtenden.nl/artikelen/36711793/
Het Probleem Urk. Interessant achtergrondverhaal van Koos van Noppen en Rien van de Berg (Radio 1/Nederlands Dagblad)

http://www.nd.nl/document.aspx?document=nd_artikel&vorigDocument=&id=99909
Urker Schedels moeten terug. Hoogleraar Bert Theunissen zegt in Nederlands Dagblad dat Urker schedels terug moeten.

Wednesday, July 30, 2008

Officieel verzoek teruggave Urker schedels

Utrechts Universiteitsmuseum
t.a.v. de Directie
Lange Nieuwstraat 106
3512 PN Utrecht

CC:
Commissie Museale Gedragslijn
Nederlandse Museumvereniging
Postbus 2975
1000 CZ Amsterdam

Urk, 30 juli 2008

Geachte directie,

In het nabije verleden hebben wij diverse malen contact met u gehad naar aanleiding van de zeven Urker schedels die zich in uw collectie bevinden. Na een langdurig proces van onderzoek, discussie en overweging willen we middels deze brief een concreet verzoek tot teruggave van de Urker schedels indienen. Het Comité Urker Schedels dient het verzoek in namens de Urker bevolking, de rechthebbende nabestaanden, die op diverse manieren haar voorkeur voor teruggave heeft uitgesproken.

Wij hebben begrip voor uw standpunten. U wilt de schedels behouden als wetenschaps-historisch erfgoed en de collectie Harting compleet houden. Toch menen wij dat wij onze claim met gegronde argumenten kunnen onderbouwen.

Als comité vinden wij het verhaal achter de schedels belangrijk. De schedels hebben voor de Urker bevolking ondermeer een educatieve en monumentale functie. Zij staan symbool voor een bepaalde fase in het wetenschappelijk onderzoek in West-Europa, en voor de talloze vormen van onderzoek die door de eeuwen heen onder de Urker bevolking zijn verricht.

Het comité stelt daarom de educatieve en monumentale functie van de schedels centraal. Dit bleek al eerder uit onze deelname aan diverse interviews in de media en een publiek debat over dit onderwerp. Uit de vele reacties die het onderwerp opleverden mag worden geconcludeerd dat de schedels door de museale wereld en door vele geïnteresseerden als een case study worden beschouwd. Het comité wil zich ook in de toekomst inzetten voor het bevorderen van onderzoek naar en kennis over de Urker schedels, zowel landelijk als internationaal. Het comité streeft er bijvoorbeeld naar een passende plek binnen onze gemeenschap te creëren waar op een passende manier het verhaal van de Urker schedels wordt verteld. Bezoekers, inclusief schoolkinderen en toeristen, komen op deze wijze in contact met een veelzijdig stukje verleden waarin schedelonderzoek en wetenschappelijke opvattingen centraal staan. Ook kan worden gedacht aan een internationaal congres waarin de schedels als casus worden gepresenteerd.


Achtergrond
Op 11 januari 2007 verzond een groep inwoners van Urk (bestuur Museum Het Oude Raadhuis, medewerkers Project Zoutzoet en dorpshistoricus Albert van Urk) een brief aan het Utrechts Universiteitsmuseum. Hierin verzochten zij uw instelling om hulp bij de organisatie van een herdenking van schedelonderzoek in het verleden, in relatie tot het eiland Urk, en teruggave van Urker schedels die tot uw collectie behoren.

Op 9 maart ontvingen we van u een uitnodiging om te komen praten en de betreffende schedels samen met de bijbehorende documentatie te bekijken. Op 28 maart bezocht een kleine delegatie bestaande uit vijf personen uw Museum. We kregen de mogelijkheid vijf van de zeven Urker schedels te bekijken en fotokopieën van de bijbehorende brieven te maken. In het gesprek met dr. Paul Lambers en drs. Reina de Raat werd duidelijk dat uw instelling geen afstand wil doen van de schedels. Wel gaven zij aan dat de schedels voorlopig niet meer zullen worden tentoongesteld in verband met een mogelijke aanscherping van de regels. Op 23 november 2007 presenteerde de Ethische Codecommissie van het Museumwezen inderdaad een nieuw advies ten aanzien van het tentoonstellen van menselijke resten, gebaseerd op de internationale Ethische Code voor Musea.

Tijdens het bezoek in maart verzochten de Urker vertegenwoordigers het Universiteitsmuseum om verdere gegevens ten aanzien van bruikleen en afkomst van de schedels. Deze gegevens zijn niet verstrekt wellicht omdat ze eenvoudigweg niet aanwezig zijn. Wel werd duidelijk uit correspondentie met het Koninklijk Instituut voor de Tropen dat het UU in 1998 drie Urker schedels uitleende aan het KIT ten behoeve van een tentoonstelling.

Nadien vormde het losse netwerk van organisaties een klein comité, het Comité Urker Schedels, bestaande uit Klaas Koffeman, Liesbeth Oost, Tiemen Roos en Lucia de Vries. Na publicatie van een verslag in het plaatselijke nieuwsblad Het Urkerland werd de discussie rond de Urker schedels breed uitgemeten in de regionale en nationale media, inclusief radio en tv. De Urker bevolking heeft zich kunnen uitspreken via een speciaal geopend email adres en de website www.lumme.nl. Alle deelnemers spraken zich uit voor teruggave van de schedels en een waardige herbegraven. In september 2007 was u zo vriendelijk deel te nemen in het publieke debat over ‘Mens of ding?’ in het kader van de tentoonstelling ‘Verboden te verzamelen?’ in het Rijksmuseum van Oudheden. Tijdens dit debat pleitte Tiemen Roos namens het comité voor teruggave van ‘de schedels van onze voorouders’. UU vertegenwoordigers dr. Paul Lambers en drs. Reina de Raat pleitten voor het intact houden van de ‘collectie Harting’.


Herkomst
Voorzover ons bekend beschikt uw museum over zeven Urker schedels. In elk geval drie schedels zijn volgens correspondentie tussen de Hilversumse arts J.F. van Hengel en hoogleraar P. Harting (zie bijlage 1 en 2) in 1877 door Van Hengel van het Urker kerkhof ontvreemd en toegezonden aan Harting. Het is onduidelijk hoe de andere Urker schedels in uw collectie terecht zijn gekomen.

We verzoeken u de schedels te retourneren aan wat redelijkerwijs als rechtmatige eigenaren mogen worden aangemerkt: de Urker bevolking, vertegenwoordigd door het Comité Urker Schedels.

Wij ondersteunen dit verzoek met de volgende argumenten:


1. De Urker bevolking mag als groep nabestaanden worden beschouwd.

Tenminste drie van de zeven Urker schedels in uw collectie zijn in 1877 volgens documentatie uit de collectie Harting gestolen van het Urker kerkhof. De betreffende resten waren afkomstig uit familiegraven en behoorden bij mensen die rond 1800 zijn begraven. Dit bevestigt Van Hengel schriftelijk na ontvreemding van de schedels: “Door een ondeugende list ben ik nu in het bezit van drie koppen van Urkers die een 70 - 80 jaar geleden gestorven zijn, koppen opgegraven uit familiegraven van Urkers van ouder tot ouder” (brief 25 november 1877).

Van Hengel is er zeker van dat het om Urkers gaat, geen immigranten: “Ik ben bepaald zeker dat ik Urkers en geen immigranten van Urk heb” (brief 28 november 1877, waarin hij beschrijft hoe hij de schedels door een list in handen heeft gekregen).
Van de vier andere schedels die in uw bezit zijn, is voor zover ons bekend geen bewijs van rechtmatige verkrijging beschikbaar.

1.1. Beredeneerd verwantschap
Alle comitéleden zijn directe nazaten van mensen die omstreeks 1800 op het Urker kerkhof zijn begraven. Volgens het oude grafregister (zie bijlage 3) telde het Urker kerkhof destijds 42 genummerde graven, daterend uit 1786. Vóór dat jaar waren de Urkers in eveneens 42 graven onder de vloer van de kerk begraven. Eén van de graven (nr. 29) was gereserveerd voor de predikant. Dat betekent dat in 41 graven Urkers werden begraven.

De huidige Urker bevolking stamt grotendeels af van mensen die destijds in deze graven hun laatste rustplaats vonden. Dat geldt ook voor de vier comitéleden. Kijkend naar hun kwartierstaten blijkt dat hun verwantschap met grote mate van zekerheid is gedocumenteerd.

Van comitélid Klaas Koffeman liggen omstreeks 1800 voorouders in 25 van de 41 familiegraven op het Urker kerkhof begraven. Voorouders van Tiemen Roos bevinden zich in 28 van de 41 graven. Van Elisabeth Oost liggen rond 1800 in 27 graven voorouders begraven. Voorouders van Lucia de Vries liggen in 30 graven op het Urker kerkhof. Dit betekent dat volgens documentatie inclusief overlap in tenminste 35 van de 41 graven voorouders comitéleden lagen begraven. De kans dat géén van de drie gestolen schedels uit een van die 35 graven afkomstig is, is slechts 0,3 procent. De volledige verwantschap met de schedels kan wellicht worden aangetoond door het Comité uit te breiden met één enkele andere vertegenwoordiger van de Urker bevolking, maar voor het principe van de zaak lijkt ons dit voorlopig niet noodzakelijk.

1.2 DNA-onderzoek
Er is een tweede manier om verwantschap met de geclaimde schedels aan te tonen: door middel van DNA-onderzoek. Als comitéleden zijn we bereid om daar eventueel aan mee te werken. Dit betekent dat wij ons DNA-materiaal beschikbaar willen stellen, dat dan door deskundigen vergeleken zou kunnen worden met het DNA van de schedels.

1.3 Huidig beleid ten aanzien van materiaal uit contemporaine gemeenschappen
Hoewel de schedels al in de 19de eeuw zijn ontvreemd, betreffen het menselijke resten uit een nog levende, actieve, betrokken contemporaine gemeenschap, de Urker bevolking. Mede gelet op het hierna onder punt 2 aan te voeren argument, is het Comité van mening dat bij de beoordeling van het verzoek om teruggave ook mee zou moeten wegen hoe musea vandaag de dag omgaan met het verwerven van erfgoed.
De Ethische Code voor Musea schrijft in artikel 6 ten aanzien van het verwerven van erfgoed in de huidige tijd het volgende voor:

RESPECT VOOR DE GEMEENSCHAPPEN TEN DIENSTE WAARVAN MUSEA WERKEN
6.5 Contemporaine gemeenschappen
Voor zover musea activiteiten ontplooien waarbij contemporaine gemeenschappen of hun erfgoed zijn betrokken, dient verwerving van objecten slechts tot stand te komen op basis van volledige informatie en met wederzijdse toestemming, zonder uitbuiting van de eigenaren of hun zegslieden. Eerbiediging van de wensen van de desbetreffende gemeenschap staat voorop.
6.6 Financiering van voorzieningen voor gemeenschappen
Bij het zoeken naar financiering van de museale activiteiten waarbij contemporaine gemeenschappen betrokken zijn, wordt aan de belangen van die gemeenschap geen afbreuk gedaan. (zie ook 1.10)
6.7 Gebruik van collecties van contemporaine gemeenschappen
Museaal gebruik van collecties afkomstig van contemporaine gemeenschappen vereist respect voor menselijke waardigheid alsmede voor de tradities en culturen van de gemeenschap van herkomst. Dergelijke collecties worden gebruikt om het menselijk welzijn, de sociale ontwikkeling, de verdraagzaamheid en het respect te bevorderen door het stimuleren van maatschappelijke, multiculturele en multi-linguïstische uitingen.
6.8 Ondersteunende organisaties in de gemeenschap
Musea scheppen gunstige randvoorwaarden voor ondersteuning door de gemeenschap (bijvoorbeeld vriendenorganisaties en andere ondersteunende instellingen ) en geven zich rekenschap van dergelijke bijdragen en stimuleren harmonieuze betrekkingen tussen de gemeenschap en de museummedewerkers.


2. De aanwezigheid van schedels in uw depot ligt om culturele en religieuze redenen gevoelig bij de Urker bevolking.

De berichtgeving over ontvreemding van schedels van het kerkhof in 1877 heeft anno 2007 onder de Urker bevolking emotionele reacties opgeleverd. Dit wekt bij sommigen verbazing: de diefstal vond immers ruim een eeuw geleden plaats en het is onduidelijk om welke graven /personen het ging. Om deze reactie te kunnen begrijpen moeten we kijken naar de cultuur en het lokale (volks)geloof van Urk.

In de Urker cultuur wordt respectvolle omgang met menselijke resten als zeer belangrijk beschouwd. Begrafenissen zijn sobere, stijlvolle rituelen waar de bevolking massaal aan deel neemt. Crematie is uit den boze en grafschennis wordt als een zeer ernstig misdrijf beschouwd. Boven het oude kerkhof staan de woorden: “De laatste rustplaats”. Dit is typerend voor de Urker omgang met de dood. Men gelooft dat de lichamen, zoals de Bijbel zegt, ‘gezaaid’ worden in de aarde om daar te rusten tot de Jongste Dag, waarop de doden zullen opstaan. Nabestaanden uiten dit geloof door middel van teksten, met name op oude graven: “Hier ligt, tot de Dag der Wederopstanding…”, “Hier rusten in vrede tot de morgen der opstanding…”, etc.

In de eilandtijd werden graven na bepaalde tijd geruimd wegens ruimtegebrek. De nog aanwezige resten werden zorgvuldig herbegraven in het graf zelf of in een daartoe gereserveerd verzamelgraf op het kerkhof.

Schedels en andere menselijke resten zijn dus voor de Urker bevolking, net als voor vele andere gemeenschappen, cultureel en religieus gevoelige objecten. Zij vallen onder de categorieën die de Ethische Code voor Musea in artikelen 3.7 en 4.3 omschrijft:

Art. 3.7 Menselijke resten en materiaal met religieuze betekenis
Onderzoek naar menselijke resten of materiaal met religieuze betekenis wordt uitgevoerd
met inachtneming van professionele maatstaven. Tevens wordt rekening gehouden met de
belangen en overtuigingen van de gemeenschap, etnische of religieuze groepen aan wie de
voorwerpen voor zover bekend toebehoorden.
Art. 4.3 Het tentoonstellen van gevoelig materiaal
Bij het tentoonstellen van menselijke resten en materiaal met een religieuze betekenis
worden professionele maatstaven in acht genomen en worden de belangen en overtuigingen van de gemeenschap, etnische of religieuze groep, waartoe de voorwerpen behoorden,geëerbiedigd. Zij worden getoond met omzichtigheid en met respect voor de algemene gevoelens van menselijke waardigheid.

In het verleden zijn de Urker schedels uit de collecties van Harting en andere wetenschappers met vaste regelmaat uitgeleend en tentoongesteld. Soms kwamen de schedels in rariteitenkabinetten terecht. Schedels van Urkers die ooit waardig en liefdevol zijn begraven, waren bijvoorbeeld in 1998 nog in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in de vitrinekast te vinden. Dit is voor de Urker bevolking een pijnlijk gegeven.

Hoewel wij erop vertrouwen dat uw instelling zeer voorzichtig met de collectie Urker schedels omgaat, en deze in de toekomst niet zal tentoonstellen zonder overleg met de Urker bevolking, is uit het bovenstaande duidelijk dat de aanwezigheid van de schedels in een Utrechts depot op zichzelf ook al gevoelig ligt. Het comité wil daarom namens de Urker bevolking aandringen op teruggave. Daarbij zouden de eigendoms- en beschikkingsrechten van de schedels moeten worden overgedragen aan de nazaten, vertegenwoordigd door het comité.

3. De Urker bevolking wil de schedels graag terug.

Het Comité Urker Schedels heeft de Urker bevolking op diverse manieren de mogelijkheid gegeven te reageren op de vraag wat met de Urker schedels moet gebeuren: laten waar ze zijn of teruggave en mogelijk herbegraven. Op de website www.lumme.nl en via de lokale radiozender Urk FM, die een programma over het onderwerp uitzond, ontvingen wij diverse reacties, steeds van voorstanders van het laatste.
Tijdens het publieke debat ‘Mens of Ding?’ in Leiden bleek zo’n grote belangstelling voor het onderwerp dat het comité besloot een bus te huren om de Urker bezoekers te kunnen vervoeren.
Ook uit diverse artikelen in de landelijke pers en uitzendingen op radio en tv bleek dat de Urker bevolking de schedels graag terug ziet.


4. De schedels zijn (in elk geval ten dele) onrechtmatig verkregen.

Volgens documentatie uit uw collectie Harting zijn in elk geval drie van de zeven Urker schedels onrechtmatig verkregen. Gelet op de toenmalige werkwijze van antropologen mag worden aangenomen dat de andere schedels ook zonder toestemming van nabestaanden zijn verkregen.
Het is ondenkbaar dat de Urker bevolking met het afstaan van schedels van hun voorouders zou hebben ingestemd.

Volgens de Ethische Code voor Musea is bij het verzamelen van objecten tegenwoordig de herkomst zeer belangrijk:

Art. 2.3 Herkomst (provenance) en zorgvuldigheidsplicht (due diligence)
Voorafgaande aan de verwerving wordt een uiterste poging ondernomen om zeker te stellen dat enig object of specimen aangeboden door handel, schenking, bruikleen, legaat of ruil niet illegaal verworven is in, of geëxporteerd is uit, het land van herkomst of enig tussenliggend land waar het mogelijkerwijs rechtmatig werd bezeten (inclusief het land van het museum). Due diligence dient te waarborgen dat de gehele geschiedenis van het object vanaf de ontdekking of vervaardiging komst vast te staan.

Wij als comité zijn van mening dat het ontvreemden van de schedels de culturele en religieuze sentimenten van de Urker gemeenschap ernstig heeft geschaad. Niemand heeft het recht de grafrust te schenden van mensen zich in het geloof van wederopstanding hebben laten begraven. Op grond hiervan is teruggave niet alleen een tegemoetkoming aan de Urker bevolking, maar ook een morele daad.

5. Teruggave van de schedels mag worden beschouwd als genoegdoening voor Urker bevolking namens wetenschappelijke wereld.

De Urker bevolking heeft zich door de eeuwen heen altijd gewillig voor allerlei vormen van wetenschappelijk onderzoek beschikbaar gesteld. Zo vonden er tenminste drie keer uitgebreide schedelmetingen aan levende personen plaats op het eiland: door medicus J. Sasse in 1910, door dr. D.J.H. Nyèsen in 1927 /28 en vervolgens door het team van volkskundige P.J. Meertens in 1938. Enkele duizenden schoolkinderen en volwassenen zijn bij die onderzoeken langs de meetlat gelegd. Daarnaast vonden allerlei andere vormen van antropologisch onderzoek plaats.
De Urker bevolking is nooit op de hoogte gesteld van de uitkomst van deze onderzoeken. Bovendien werden de resultaten van de metingen soms (naar de huidige ethische opvattingen) negatief geïnterpreteerd, te weten in de vorm van speculaties over vermeende minderwaardige raskenmerken. Zo zou de Urker bevolking behoren tot de ‘Batavus Genuinus’ en wellicht afstammen van de Neanderthaler.
Dergelijke veronderstellingen werden halverwege de twintigste eeuw door de autoriteiten gebruikt om de Urker bevolking te marginaliseren. Dit bleek bijvoorbeeld tijdens de inpoldering, toen geconcludeerd werd dat de Urker bevolking niet paste in de modelsamenleving die de Noordoostpolder moest worden. Op diverse manieren is in de jaren vijftig getracht de Urker bevolking te doen verhuizen en uit de polder te weren. Wij verwijzen in dit verband naar de resultaten van het onderzoeksproject Zout-Zoet uit 2005, die zowel in boekvorm als op DVD zijn uitgekomen.

Volgens het comité vormen de ontvreemde schedels in uw collectie een symbool voor de negatieve gevolgen van wetenschappelijk onderzoek waar de Urker bevolking door de eeuwen heen mee heeft gekampt. Het overdragen van de eigendoms- en beschikkingsrechten van de schedels aan de nazaten zal door de Urker bevolking als een vorm van genoegdoening vanuit de wetenschappelijke en museale wereld worden beschouwd.


6. Afstoting van de Urker schedels is niet uitzonderlijk nadelig voor uw instelling.

Tijdens het publieke debat in Leiden gaf dr. Paul Lambers aan dat de Urker schedels niet meer belangrijk zijn voor toekomstig onderzoek, ze hebben (slechts) een wetenschaps-historische waarde als onderdeel van de collectie Harting. Volgens het comité zijn de Urker schedels in dat kader niet onvervangbaar. Het is technisch goed mogelijk driedimensionale opnames dan wel reproducties van de schedels te maken. Omdat u in het bezit blijft van de bijbehorende documenten wordt de collectie Harting behouden voor het nageslacht en blijft de wetenschaps-historische waarde intact.

Sowieso kunnen de schedels door aanscherping van de ethische codes in het museumwezen niet langer worden geëxposeerd, temeer daar dit door de Urker bevolking als ongepast zal worden beschouwd. In plaats van het exposeren van de ‘echte’ schedels kunt u kiezen voor moderne vormen van multimedia die het verhaal achter de schedels minstens zo effectief kunnen vertellen.

Teruggave van de schedels aan Urk biedt ons inziens juist een prachtige kans voor het Utrechts Universiteitsmuseum. De nu lopende discussie brengt de betreffende vorm van antropologisch onderzoek onder de aandacht van het brede publiek. Wie had van de Harting-schedels gehoord tot ze vorig jaar onderwerp van discussie werden en uitgebreid in het nieuws kwamen? Ook in de toekomst kan het verhaal achter de schedels, inclusief de fase van Nederlandse wetenschapsbeoefening waarin schedelonderzoek centraal stond, op diverse manieren worden verteld, zowel door uw instelling als door Urker organisaties op het gebied van erfgoed, cultuur en historie. Hiermee wordt het publieke belang op wellicht nóg effectiever wijze behartigd. De Urker schedels zullen ook na teruggave ‘verder leven’.


6. Er zijn al precedenten op het gebied van teruggave van menselijke resten, ook in Nederland.

Van uw kant is aangedragen dat teruggave van de schedels aan de Urker bevolking een precedent zou scheppen. Maar teruggave van menselijke resten staat wereldwijd, ook in Nederland, al enkele jaren op de agenda. Nazaten eisen steeds vaker menselijke resten op en musea zelf leggen de ethische lat steeds hoger. Bovendien spelen de menselijke resten in veel gevallen geen enkele wetenschappelijke rol meer.
Na ‘El Negro’, ‘IJsbrand de Eskimo’ en een getatoeëerd Maori-hoofd ligt nu de omvangrijke collectie menselijke resten in het Tropenmuseum - toch ook een historische collectie – klaar om afgestoten te worden, na volledig te zijn gedocumenteerd en gepubliceerd. In Nederland zijn menselijke resten van vroegere bewoners van het in de negentiende eeuw (gedwongen) verlaten eiland Schokland teruggeëist door nazaten. De stoffelijke resten van 147 Schokkers werden in 2003 waardig herbegraven onder de vloer van de kerkruïne op Schokland, waar ze in 1940 ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek waren weggehaald. Het verzoek van de Urker bevolking past dus in een trend die onomkeerbaar is.

De Ethische Code voor Musea geeft heldere richtlijnen voor een verzoek om teruggave:

6.2 Teruggave van cultuurgoederen
Musea zijn bereid een dialoog op gang te brengen over de teruggave van cultuurgoederen aan het land of de bevolking van herkomst. De activiteiten daartoe worden op onpartijdige wijze ondernomen, en zijn zowel gebaseerd op wetenschappelijke, professionele en humanitaire beginselen als op de van toepassing zijnde lokale, nationale en internationale wetgeving. Deze handelswijze heeft de voorkeur boven acties op politiek of regeringsniveau.

6.3 Restitutie van cultuurgoederen
Wanneer een land of bevolking van herkomst of bevolkingsgroep verzoekt om teruggave van een object of specimen, waarvan kan worden aangetoond dat het in strijd met de bepalingen van internationale en nationale verdragen buiten het grondgebied is gebracht en dat het behoort tot het cultureel en natuurlijk erfgoed van dat land of die bevolkingsgroep, dan verleent het betreffende museum, mits daartoe beschikkingsbevoegd, onmiddellijke en verantwoorde medewerking aan de teruggave.

Op grond van bovenstaande argumenten vraagt het Comité Urker Schedels om teruggave van alle schedels uit uw collectie, die van Urk afkomstig zijn. Bij een positieve beslissing uwerzijds stellen wij voor dat u met het comité in overleg treedt over de details van de teruggave en de toekomstige bestemming van de Urker schedels.

De Urker bevolking wacht met spanning uw reactie tegemoet!

Hoogachtend,

Namens het Comité,



Lucia de Vries

Comité Urker Schedels
Klaas Koffeman
Liesbeth Oost
Tiemen Roos
Lucia de Vries

Per adres:
T. Roos
Harderbank 7
8321 RS Urk


Bijlagen
1. Brief J.F. van Hengel aan hoogleraar Harting d.d. 25 november 1877
2. Brief J.F. van Hengel aan hoogleraar Harting d.d. 25 november 1877
3. Voorblad oude Grafregister Urker kerkhof

Uit de media

Weer Urker schedel boven water

Waarschijnlijk gebruikt door hoogleraar Pieter Harting
Weer Urker schedel boven water
http://www.opurk.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=16178&Itemid=2

vrijdag 13 april 2007
Opnieuw is een Urker schedel aangetroffen in een wetenschappelijk depot. Het Vrolik Museum in Amsterdam blijkt een exemplaar in bezit te hebben. Waarschijnlijk gaat het om een schedel die gebruikt is door hoogleraar Pieter Harting uit Utrecht bij het schrijven van zijn boek 'Het eiland Urk'.

Harting schreef dit boek in 1853, ruim twintig jaar voordat hij schedels aankocht die ontvreemd waren van het Urker kerkhof. Om zijn onderzoek naar de Urkers te staven leende hij drie schedels van collega's Gerardus Vrolik en Eduard Sandifort. Harting verwachtte dat hij 'ergens in het vaderland' het 'onvervalschte type' Nederlander tegen te komen. Indien gevonden zou deze oermens zou de basis vormen van de Nederlandse rassenkunde. De Urkers waren potentiële kandidaten omdat zij volgens hem 'een zuiver nagenoeg onvermengd ras' vormden. Harting verbleef in 1853 samen met zijn vriend de Enkhuizer apotheker P. Backer de Wit enkele dagen op Urk, waar hij met behulp van een grondboor enkele monsters nam. Tevens bestudeerde hij de bevolking, flora en fauna op het eiland.

Harting noemde de Urkers 'stevig gebouwde, wel gemaakte menschen, met breede schouders en heupen'. De hoogleraar vond hen 'beschaafder dan lieden uit den geringeren stand aan den vaste wal'. Harting verbaasde zich over de koeien op het eiland, die zo mak waren dat zij, net als de honden, bij het horen van hun naam naar de mensen toe kwamen. Zijn theorie over het Urker ras kon Harting vooralsnog niet bevestigen: na het uitvoerig opmeten van de drie schedels die tot zijn beschikking waren gesteld, concludeerde de hoogleraar dat de Urkers in elk geval niet van de Kelten afstamden.

Na het onderzoek stuurde Harting de schedel terug naar Vrolik. De schedel is nu onderdeel van de collectie anatomische, zoölogische en teratologische preparaten van professor Gerardus Vrolik en zijn zoon, professor Willem Vrolik. Verwacht mag worden dat de andere twee geleende schedels in het nalatenschap van Sandifort te vinden zijn.

Wat nu?De mensen van het Museum Het Oude Raadhuis willen graag weten wat de Urker bevolking vindt van de gevonden schedels en wat er mee moet gebeuren; laten liggen, exposeren of herbegraven. Iedereen mag zijn of haar mening geven via

Online discussie Urker bevolking

Van www.lumme.nl

Urker schedels – exposeren of herbegraven?
2 april 2007

In 1877 gebeurde iets vreemds op het Urker kerkhof.
De doodsgraver gaf na ‘lang praten en bidden’ een arts uit Hilversum toestemming drie schedels op te graven. De arts, J.F. van Hengel, zou ze zogenaamd onderzoeken en terugplaatsen. Toen de arts de schedels in handen had, verzocht hij de doodsgraver buiten een ‘stinkende’ sigaar op te steken en verving ze razendsnel voor drie ‘koppen van Hilversum’. De felbegeerde Urker schedels verdwenen in zijn koffer.

De schedels zijn drie van de zeven Urker schedels die werden aangekocht voor hoogleraar Pieter Harting uit Utrecht. Zij zijn tot op de dag van vandaag het bezit van het Utrechts Universiteitsmuseum.

Dit zijn niet de enige Urker schedels die illegaal zijn opgegraven en in Nederlandse universiteiten en musea terechtkwamen. Momenteel onderzoeken we welke Urker schedels in welke depots in Leiden, Amsterdam en Groningen liggen opgeslagen.

Urker schedels waren in de 19de en begin 20ste eeuw gewilde objecten. De Urkers waren volgens onderzoekers mogelijk een oorspronkelijke Hollandse ras, een soort oermens. Omdat dergelijke ‘aartsvaders en aartsmoeders’ belangrijk waren voor de nationale identiteit zochten onderzoekers naar ‘geïsoleerde’ plekken naar bepaalde menstypes. Zij draaiden hun hand niet om voor grafroof: het onderzoek was te belangrijk om wegens gebrek aan onderzoeksgegevens onuitgevoerd te laten. De schedels werden uitvoerig opgemeten en vergeleken met die van andere ‘types’.

Een kleine Urker delegatie kreeg afgelopen week de kans vijf van de zeven Urker schedels in Utrecht te bezichtigen. Het universiteitsmuseum beschouwt de schedels als een belangrijk onderdeel van haar collectie maar is bereid de schedels uit te lenen aan het Urker museum voor een expositie.

Wij vragen ons af wat het beste met de schedels kan gebeuren: exposeren of herbegraven. Uiteraard weten we nu nog niet of het laatste een optie is. Toch willen we alvast polsen wat de Urker gemeenschap denkt van deze kwestie. Wat vindt u? We horen het graag! Ook ideeën voor de invulling zijn van harte welkom.

Argumenten voor exposeren:
1. Historische waarde: Op het moment dat de schedels worden begraven zijn ze onzichtbaar en gaat met hen een stuk geschiedenis verloren. De schedels worden nog af en toe tentoongesteld in musea en vervullen dus een belangrijke functie. Als de schedels voor een expositie naar Urk komen, kunnen bezoekers ze bekijken en meer te weten komen over wat er met de schedels is gebeurd.
2. Herbegraven heeft geen zin: Herbegraven kost geld en we weten niet eens van wie de schedels zijn. Graven worden regelmatig geruimd dus waarom zouden we 19de eeuwse schedels herbegraven? Een expositie doet meer recht aan de schedels.
3. Toekomst: Wie weet kunnen de schedels in de toekomst gebruikt worden voor nieuw onderzoek?

Argumenten voor herbegraven:
1. Moreel recht: Sinds de 19de eeuw worden de Urkers als onderzoeksobjecten beschouwd. Ze werden opgemeten, gefotografeerd en geïnterviewd, maar zelden werden de resultaten en conclusies aangewend voor het welzijn van de Urker gemeenschap. Urker schedels werden tot vorig jaar in rariteitenkabinetten vertoond, alsof we een vreemd soort mensen zijn. In de 20ste eeuw leidde wetenschappelijk onderzoek er zelfs toe dat Urk in een negatief daglicht kwam te staan en de poorten van de Noordoostpolder voor ons werden gesloten. Het herbegraven van de gestolen schedels is een symbool voor onze veranderde houding ten opzichte van deze vormen van wetenschap.
2. Monumentale functie: Een graf met monument is een zichtbaar symbool voor de diverse vormen van wetenschappelijk onderzoek die op Urk hebben plaatsgevonden. Het schedelmonument krijgt een soortgelijke functie als het Vissersmonument en het Herdenkingsmonument voor slachtoffers van de oorlog. Bezoekers, inclusief schoolkinderen en toeristen, krijgen begrip voor dit stukje verleden.
3. Ethisch argument: Het is respectloos om schedels tentoon te stellen. Deze mensen zijn ooit liefdevol begraven door hun familie. Schedels horen niet in vitrinekasten maar op begraafplekken thuis. Wij zijn benieuwd naar uw mening. Na inloggen kunt u die hieronder toevoegen.Lucia de Vries

CommentAuthorjuriaan
CommentTimeApr 1st 2007

Alles afwegende kies ik voor herbegraven. Niet dat ik aan voorouderverering wil doen of 'recht' wil doen aan een paar botten. Maar een klein monument draagt meer bij aan het levend houden van de geschiedenis van Urk dan eenmalig exposeren. Succes ermee!

CommentAuthorcahier1
CommentTimeApr 1st 2007

Ik pleit voor meer onderzoek naar dit stuk! :)

CommentAuthorHean
CommentTimeApr 2nd 2007

Onze schedels worden nog steeds gelicht, zij het dan bij ons leven.De onderzoeken door studenten van onze landelijk universititeiten en zelfs HBO instellingen rijzen de (hersen)pan uit! Op het forum wisten ze ons te vinden, verleden week liep ik twee studenten tegen het lijf in het museum.... allerlei loslopend volk die hun promotiepunten willen halen op onze eigen aardigheden.Zijn wij dan werkelijk nog steeds voer voor schedellichters? Dan moet een monument nog even wachten, en pleit ik ook voor meer onderzoek naar de onderzoekers.

CommentAuthorbreizh
CommentTimeApr 2nd 2007

Urk zal nog wel een tijdje interessant onderzoeksterrein blijven.Kleine genenpoel!

CommentAuthorLubbetje
CommentTimeApr 4th 2007

Even voor alle duidelijkheid - dit is GEEN 1 april grap!

CommentAuthorKlaas Mo
CommentTimeApr 14th 2007

Zoals ik het nu lees, zijn de schedels op een onrechtmatige manier verkregen. Dus kies ik voor herbegraven en een soort van spijtbetuiging, van degene zou op zijn plaats zijn. Excuses hoeft niet, maar een sorry is op zijn plaats. Dat Urk nooit geen voordelen haalt uit dit soort gebeuren, wordt in den lande als normaal beschouwd. Het zou niets meer dan normaal zijn, dat wij als urker gemeenschap een genoegdoening hiervoor zouden krijgen. Dan doel ik niet meteen op financieel gewin. Het zou de universiteiten sieren om iets terug te doen, dit zou kunnen door ....... vul zelf maar in.Als 1 van de schedels van mijn over over overgrootvader zou zijn, dan zou ik het als schokkerend ervaren als die nu tentoongesteld zou worden of voor verder onderzoek "gebruikt" zou worden.

CommentAuthorhendrik de leeuw
CommentTimeApr 17th 2007

respect voor de dood, dat is wat m,n ouwe bes ons geleert heeft. schedels zijn een onderdeel van wat eens een mens is geweest,iemand die geleeft heeft met vreugde en verdriet.gestorvenen horen op een kerkhof,niet in een of andere kast in een universiteit.waar men er meedoen kan,wat men wil. herbegraaf ze ,toon respect voor hen diezoveel jaren geleden geleeft hebben,dat volk op dat kleine eiland in de zuiderzee,die hun vertrouwen stelden op Hem die hemel en aarde maakte.

CommentAuthorditjen
CommentTimeApr 18th 2007

zoals je kon lezen zijn de schedels onrechtmatig verkregen dus gewoonweg gestolen.in goed vertrouwen mochten ze ter plekke onderzocht worden.geen respect voor de doden om ze maar gewoon te stelen.ik vind het ongehoord dat na het ontdekken dat ze gestolen waren om ze nog maar eens te exposeren.laten ze een beetje respect tonen voor de dodoen en de nabestaanden en de gestolen schedels weer terugbrengen waar ze vandaan komen, dus gewoon weer begraven.ik vind het ook ongehoord dat de van Urk gestolen schedels nu bij ons zijn "uitgeleend" terwijl ze nooit hadden mogen worden meegenomen.ze hoorden al hier en nu mogen we ze eventjes lenen!!!laten ze de doden respecteren en de schedels herbegraven, en niet worden gebruikt in een soort van "FREAKSHOW"!!!!!!

CommentAuthorRW
CommentTimeMay 8th 2007

In de vorige eeuw was het heel gebruikelijk om in rassen te denken, Urkers werden dan ook meerdere malen onderzocht om te kijken bij welk ras ze hoorden. Tegenwoordig denken we niet meer in rassen, we zijn allemaal mensen, of je neus nou wat groter is doet er niet meer toe. Ik vind het dan ook niet nodig om de schedels voor verder onderzoek te bewaren. Omdat ik het zelf niet nodig vind om naar menselijke overblijfselen te kijken, ik zou ook niet naar bodies the exhibition gaan, pleit ik ook niet voor een tentoonstelling. Het lijkt me goed om de schedels te begraven, en daar een gedenkteken bij op te richten waar je de toekomstige generatie nog iets van kan leren.

CommentAuthorLubbetje
CommentTimeJun 6th 2007

Beste schedel speurders,Even over het stukje in het urkerland over de urker schedels die zich in Utrecht bevinden. Ik ben van mening dat niemand een lichaam van een overleden persoon mag bezitten. De verleden persoon heeft er ooit voor gekozen om op een bepaalde plek begraven te worden, welk recht heeft een ander dan om deze keuze (geheel of gedeeltelijk) ongedaan te maken.Daarom ben ik ook van mening dat de lichamen van de mensen in de hurk-graven die zich in het nieuwland polder museum te Lelystad bevinden daar niet thuis horen maar op Urk begraven moeten worden. (Volgens mij zijn die opgegraven op de plek waar nu bouwbedrijf De Flux staat) Deze eerste urkers hebben er toen ooit voor gekozen om in ieder geval bij Urk begraven te worden wie zijn wij dan om deze keuze niet te respecteren. Stel je voor dat het je overleden grootmoeder zou zijn, dan stond je toch ook op je achterse benen als iemand anders haar op zou graven en tentoon ging stellen! Laten wij in de bres springen voor de overledenen van vele jaren terug omdat er geen familie meer is die voor ze spreken kan.Wat mij betreft behoren de schedels weer op Urk, het liefst bij het eigen lichaam begraven te worden, dus ook niet tentoon stellen. Wij moeten er dan ook onze best voor den dat de Hilversumse schedels ook meer op de juiste plek terrecht komen. Wat betreft de hurk-mensen: wij zouden deze mensen weer met ere moeten herbegraven, het liefst nabij de oorsprokelijke plaats.Met vriendelijke groet,Gerrit Barendsgbarends@solcon.nl

CommentAuthorLubbetje
CommentTimeSep 4th 2007

Op dinsdag 18 september organiseert het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden (www.rmo.nl) een publiek debat over oa de Urker schedels. Tiemen Roos, geschiedenisdocent, vertegenwoordigd de Urker nazaten. Iedereen die geinteresseerd is in het onderwerp is van harte uitgenodigd. Vertrek 5.30 vanaf het museum. Aankomst 7 uur waarna men gratis de tentoonstelling Verboden te Verzamelen kan bekijken. Van 8 tot 10.30 publiek debat. Voor het vervoer wordt mogelijk 5 euro gerekend.

'Gestolen' Urker schedels boven tafel

Aantal 'gestolen' Urker schedels boven tafel
Uit Het Urkerland 29 maart 2007

Vijf prachtige Urker schedels met het jaartal 1877 erop geschreven op een tafel in het depot van het Utrechts Universiteitsmuseum. De kleine Urker delegatie die ze zien kreeg had ze wel mee willen nemen maar dat was uiteraard niet de bedoeling.

"Dit doet me toch wel wat", zei Klaas Koffeman na het zien van de Urker schedels. "Het idee dat de schedels van mijn voorouders in een depot in Utrecht terecht zijn gekomen - eigenlijk heel bizar." De makers van Zoutzoet waren samen met Klaas Koffeman en Albert van Urk van museum Het Oude Raadhuis al een tijdje op zoek naar de schedels. Aanleiding hiervoor vormde een artikel in het NRC Handelsblad van 1995 waarin wordt beschreven waarom en hoe het Utrechts museum Urker schedels in haar bezit kreeg. Tenminste drie exemplaren werden in 1877 door de Hilversums arts J.F. van Hengel van het Urker kerkhof gestolen. Dit was nog niet eenvoudig want slechts na 'lang praten en bidden' had hij van de doodgraver toestemming gekregen de schedels op te graven en ter plekke te bestuderen. Wat de doodgraver niet wist was dat de arts de schedels verving door 'Hilversumse koppen' die hij met oker had bestreken om ze ouder te laten lijken.

De Urker schedels werden aangekocht door Pieter Harting, hoogleraar biologie in Utrecht. Hij was er bijzonder blij mee want net als vele tijdgenoten geloofde hij dat de Urkers een soort oermens waren, de mogelijke aartsvaders en -moeders van de Nederlanders. Om dit te bewijzen had hij onderzoeksmateriaal nodig, desnoods schedels gestolen uit Urker graven. De schedels werden uitgebreid opgemeten en vergeleken met die van andere 'types' bijvoorbeeld Keltische schedels. Wat de onderzoekers zich niet realiseerden was dat de Urker bevolking niet bepaald geisoleerd leefde en van een 'onvermengd ras' geen sprake kon zijn.

De Urker schedels werden en worden onderling veel uitgeleend. Zo werden enkele jaren geleden nog Urker schedels in het Tropenmuseum in Amsterdam samen met andere 'exotische' objecten tentoongesteld. Momenteel is nog niet bekend hoeveel Urker schedels er in Nederlandse depots te vinden zijn. Dit gaat de delegatie uitzoeken.

De 'Harting schedels' waren jarenlang onderdeel van de vaste tentoonstelling in Utrecht. Ze dienden als voorbeeld van vervormde botten en schedels, in het geval van Marken en Urk door strakke hoofdtooi oftewel hullen, en waren te vinden in een soort rariteitenkabinet. De huidige biolooog-conservator Paul Lammers besloot eind vorig jaar de Urker schedels uit de collectie te halen omdat hij de setting niet gepast vond. Volgens conservator Paula de Raat is de ethische code ten aanzien van het tentoonstellen van schedels inmiddels aangescherpt; Urker schedels kunnen nu niet langer als 'rariteit' worden vertoond.

De vraag "Kunnen we de schedels niet meenemen?" werd woensdag in Utrecht niet alleen met gelach beantwoord. "Omdat wij vrijwel alle objecten en brieven van Harting in bezit hebben beschouwen we deze schedels als een belangrijk onderdeel van onze collectie", vertelde Lambers. Wel is het museum bereid de schedels tijdelijk uit te lenen aan het Urker museum. Er werd stevig gediscussieerd over de voor- en nadelen van exposeren en herbegraven. Als de schedels in het museum worden getoond doen we dan niet hetzelfde als andere musea: Urker schedels die op een kerkhof thuishoren tentoonstellen als rariteit? Herbegraven is een alternatief maar met begraven wordt een stukje geschiedenis, namelijk dat van negentiende eeuwse rassen- en schedelonderzoek, letterlijk onder de grond gestopt.

De 'schedeldelegatie' roept de Urker bevolking op haar mening over dit onderwerp te geven op http://www.lumme.nl/, of via urkerschedels@gmaill.com.