Wednesday, July 30, 2008

'Gestolen' Urker schedels boven tafel

Aantal 'gestolen' Urker schedels boven tafel
Uit Het Urkerland 29 maart 2007

Vijf prachtige Urker schedels met het jaartal 1877 erop geschreven op een tafel in het depot van het Utrechts Universiteitsmuseum. De kleine Urker delegatie die ze zien kreeg had ze wel mee willen nemen maar dat was uiteraard niet de bedoeling.

"Dit doet me toch wel wat", zei Klaas Koffeman na het zien van de Urker schedels. "Het idee dat de schedels van mijn voorouders in een depot in Utrecht terecht zijn gekomen - eigenlijk heel bizar." De makers van Zoutzoet waren samen met Klaas Koffeman en Albert van Urk van museum Het Oude Raadhuis al een tijdje op zoek naar de schedels. Aanleiding hiervoor vormde een artikel in het NRC Handelsblad van 1995 waarin wordt beschreven waarom en hoe het Utrechts museum Urker schedels in haar bezit kreeg. Tenminste drie exemplaren werden in 1877 door de Hilversums arts J.F. van Hengel van het Urker kerkhof gestolen. Dit was nog niet eenvoudig want slechts na 'lang praten en bidden' had hij van de doodgraver toestemming gekregen de schedels op te graven en ter plekke te bestuderen. Wat de doodgraver niet wist was dat de arts de schedels verving door 'Hilversumse koppen' die hij met oker had bestreken om ze ouder te laten lijken.

De Urker schedels werden aangekocht door Pieter Harting, hoogleraar biologie in Utrecht. Hij was er bijzonder blij mee want net als vele tijdgenoten geloofde hij dat de Urkers een soort oermens waren, de mogelijke aartsvaders en -moeders van de Nederlanders. Om dit te bewijzen had hij onderzoeksmateriaal nodig, desnoods schedels gestolen uit Urker graven. De schedels werden uitgebreid opgemeten en vergeleken met die van andere 'types' bijvoorbeeld Keltische schedels. Wat de onderzoekers zich niet realiseerden was dat de Urker bevolking niet bepaald geisoleerd leefde en van een 'onvermengd ras' geen sprake kon zijn.

De Urker schedels werden en worden onderling veel uitgeleend. Zo werden enkele jaren geleden nog Urker schedels in het Tropenmuseum in Amsterdam samen met andere 'exotische' objecten tentoongesteld. Momenteel is nog niet bekend hoeveel Urker schedels er in Nederlandse depots te vinden zijn. Dit gaat de delegatie uitzoeken.

De 'Harting schedels' waren jarenlang onderdeel van de vaste tentoonstelling in Utrecht. Ze dienden als voorbeeld van vervormde botten en schedels, in het geval van Marken en Urk door strakke hoofdtooi oftewel hullen, en waren te vinden in een soort rariteitenkabinet. De huidige biolooog-conservator Paul Lammers besloot eind vorig jaar de Urker schedels uit de collectie te halen omdat hij de setting niet gepast vond. Volgens conservator Paula de Raat is de ethische code ten aanzien van het tentoonstellen van schedels inmiddels aangescherpt; Urker schedels kunnen nu niet langer als 'rariteit' worden vertoond.

De vraag "Kunnen we de schedels niet meenemen?" werd woensdag in Utrecht niet alleen met gelach beantwoord. "Omdat wij vrijwel alle objecten en brieven van Harting in bezit hebben beschouwen we deze schedels als een belangrijk onderdeel van onze collectie", vertelde Lambers. Wel is het museum bereid de schedels tijdelijk uit te lenen aan het Urker museum. Er werd stevig gediscussieerd over de voor- en nadelen van exposeren en herbegraven. Als de schedels in het museum worden getoond doen we dan niet hetzelfde als andere musea: Urker schedels die op een kerkhof thuishoren tentoonstellen als rariteit? Herbegraven is een alternatief maar met begraven wordt een stukje geschiedenis, namelijk dat van negentiende eeuwse rassen- en schedelonderzoek, letterlijk onder de grond gestopt.

De 'schedeldelegatie' roept de Urker bevolking op haar mening over dit onderwerp te geven op http://www.lumme.nl/, of via urkerschedels@gmaill.com.

No comments: